
Friedman stelt in “Why Government is the Problem” dat veel maatschappelijke problemen niet door de vrije markt komen, maar door inefficiënt en bureaucratisch overheidsingrijpen met onbedoelde negatieve gevolgen. In tegenstelling tot de private sector, waar winst en concurrentie efficiëntie stimuleren, ontbreekt deze verantwoordelijkheid bij de overheid.
Een kernpunt van Friedmans betoog is dat de groei van de overheid onvermijdelijk leidt tot een vermindering van individuele vrijheden. Naarmate de overheid haar rol uitbreidt naar gebieden zoals gezondheidszorg, onderwijs en de economie, beperkt zij de mogelijkheden voor individuen om zelf keuzes te maken. Friedman benadrukt dat een te grote overheid niet langer wordt gecontroleerd door “wij, het volk”, maar evolueert naar een systeem “van de mensen, door de bureaucraten, voor de bureaucraten”.
Friedman erkent dat de overheid een noodzakelijke rol speelt in de samenleving, met name op het gebied van nationale defensie, de bescherming van individuele rechten en de rechtspraak. De tragedie is echter, volgens Friedman, dat doordat de overheid zich met te veel zaken bemoeit waar zij zich niet mee zou moeten bemoeien, zij de functies die zij wel zou moeten uitvoeren, slecht uitvoert. Hij pleit voor een overheid die zich beperkt tot haar kerntaken om de vrijheid en efficiëntie van de private sector te maximaliseren.
Uiteindelijk concludeert Friedman dat veel van de grote sociale problemen in de Verenigde Staten, zoals het verslechterende onderwijs, criminaliteit, dakloosheid en de crisis in de gezondheidszorg, zijn veroorzaakt of verergerd door goedbedoelde overheidsmaatregelen. Hij roept op tot een heroverweging van de aanname dat de overheid de beste oplossing is voor maatschappelijke problemen en pleit voor een grotere rol van de vrije markt en individuele keuzevrijheid.